‘We hebben gezonde discussies’

Onder de rook van Amsterdam bouwde Herman van Heusden een succesvol dienstverlenend bedrijf in verwarmingsinstallaties op. Zes jaar geleden droeg hij de dagelijkse leiding van Bonarius over aan zijn zoon Renzo. ,,Toen hij afstudeerde, zei ik: ik wil je de eerste vijf jaar niet zien. Dat is gelukt.”

Bonarius prijkt er groots op het dak van het bedrijf dat langs de Ringvaart in Zwanenburg is gevestigd. Hij heeft de naam niet willen wijzigen toen hij in 2000 het bedrijf overnam, zegt Herman. ,,Volgens mijn accountant was het makkelijker om een slechte naam om te turnen in een goede dan om een nieuwe naam in de markt te zetten. Hij heeft gelijk gekregen.” Terwijl de vorige eigenaar zich in een totaal andere wereld ging storten, die van filosofie, besloot Herman na enige aarzeling zijn ervaren schouders onder de onderneming te zetten.

,,De eerste tien jaar van mijn werkende leven had ik al in deze branche doorgebracht. Ik was een gesjeesde pabo student en mijn vader besloot dat ik moest gaan werken. Als ongeschoolde kwam ik binnen bij een van de grootste installatiebedrijven van Nederland. Daar heb ik het vak geleerd.” Hij zou er niet blijven, want op zijn 29ste werd Herman ingelijfd door een Amsterdamse woningcorporatie. Werken aan de andere kant van de tafel lonkte. Na achttien jaar was die koek op. ,,Het ging op het laatst meer over politiek dan over woningbeheer. En als ik iets niet goed beheers, dan is het politiek.,” zegt hij daarover.

Ambitie was er zeker. Ik wilde van Bonarius een goed dienstverlenend installatiebedrijf maken.

Op dat moment kwam het aanbod van Bonarius. ,,De twijfel zat hem vooral bij het achterstallig onderhoud aan de firma zelf.” Toch wisselde hij het ministerssalaris van de corporatie in om met Bonarius een ongewisse nieuwe start te maken. Het laatste zetje kwam van zijn vrouw. ,,Zij zei: Herman, we zijn met niks begonnen en misschien eindigen we ook weer met niks maar doe het gewoon.” Ambitie was er zeker. ,,Ik wilde van Bonarius een goed dienstverlenend installatiebedrijf maken. Niet de vernieuwer in de markt, ook niet de ontwikkelaar maar een dienstverlener die kwaliteit biedt.

Met de ervaring opgedaan bij de woningcorporatie was ik ervan overtuigd dat daarvoor plek was. Zo heb ik dat ook op een A4-tje verwoord voor de bank. Voor hen was dat voldoende bewijs dat het een succes zou worden en zo is het gegaan. Ik heb het pand gesloopt, op het fundament een nieuwe organisatie opgetrokken en ben gaan uitbreiden.”

OPVOLGING
Bonarius werd de specialist in aanleg en onderhoud van cv-installaties en mv-installaties (mechanische ventilatie) en alles daaromheen mét de gewenste goede naam. Opdrachtgevers zijn met name woningcorporaties in heel het land, met uitzondering van het zuiden. Er zijn vestigingen bijgekomen in Arnhem, Den Haag en Utrecht en er staan ruim driehonderd mensen op de loonlijst. ,,Daarmee zijn we een kleintje in de markt, maar er is er niet zo snel één van deze omvang te vinden die nog altijd een familiebedrijf is.” Tien jaar geleden maakte zoon Renzo, enig kind van Herman en zijn vrouw, de overstap naar Bonarius. Op de dag van zijn afstuderen aan de TU Delft had zijn vader hem toegefluisterd dat hij Renzo, zakelijk gezien, de eerste vijf jaar niet wilde zien. Het werden er zes. Herman: ,,De Raad van Commissarissen, de wij intussen hadden aangesteld, was op enig moment benieuwd naar mijn strategie voor de toekomst.

We komen er samen altijd uit.

Hoe ik mijn opvolging voor mij zag. Goede vraag, dacht ik. Voor een bedrijf dat zo snel in omvang toenam, was het immers niet handig om het onderwerp vooruit te schuiven. Na familieberaad besloot Renzo in te stappen.” Renzo bracht de ervaring mee van een aantal jaren bij een van de grootste woningcorporaties van Nederland. ,,Ik besloot te kiezen voor de kant waar ik mij verder kon ontwikkelen, Bonarius. Ik heb er geen dag spijt van gehad,” zegt hij. Nu grenst zijn kantoor aan dat van Herman. Die is dit jaar 70 jaar geworden, maar denkt niet aan stoppen. Herman: ,,Ik zou elke dag kunnen gaan golfen, maar nee, ik vind het werk te leuk. Bovendien heb ik geen andere hobby’s. Renzo en de directeur productie zijn de beeldbepalende mannen binnen het bedrijf, ik ben actief op de achtergrond, hoewel ik me overal tegenaan bemoei. Dat gaat redelijk wel met elkaar. We komen er samen altijd uit.”

NIEUWE CONCEPTEN
Met Renzo maakt Bonarius de volgende stap in zijn ontwikkeling. ,,Voordat Herman het bedrijf kocht, was het een partij die zich in de goedkope nieuwbouw als cowboy staande hield. Dat was vooral rammen. Die turn-around is gemaakt. We hebben service- en onderhoudscontracten met grote partijen. Daaruit volgen weer projectmatige vervangingen wat kansen biedt op het gebied van continuïteit en kwaliteit. We bouwen voort op het stevige fundament dat Herman heeft gelegd, met alle energietransitie-uitdagingen van de toekomst.”

De crisis in de bouw maakte in 2015 een reorganisatie nodig. Met succes, want daarna veerde Bonarius in een stroomversnelling op. Onder leiding van Renzo stapte de organisatie het tijdperk van automatisering en digitalisering binnen en werden nieuwe concepten ontwikkeld. Renzo: ,,Zoals het introduceren van een 18-jarig contract met Total Cost of Ownership. Dat bleek in onze branche best innovatief. Of ik mijn vader hierin altijd moet overtuigen? We hebben gezonde discussies. Bij elk nieuw idee benoem je voor- en tegenargumenten. En vanaf de zijlijn hoor je Herman dan soms: moet je zeker doen, maar kijk nog even hiernaar…”

Herman: ,,En ik denk dan: dat idee had ik zelf willen verzinnen. Gewoon trots natuurlijk dat we dit als team kunnen. Ons voordeel is onze slagkracht. Sommige besluiten komen binnen vijf minuten tot stand.” Zo bedachten ze samen een aantrekkelijk salarishuis. Bonarius betaalt zijn mensen sindsdien dik boven de cao met daarboven nog jaarlijkse opslagrondes. ,,Het is ons eigen geld, dus daar kunnen we samen over beslissen.”

BONARIUS ACADEMY
Bonarius opende in 2017 zijn eigen Academy. Opleidingen worden binnen het bedrijf gezien als serious business met op dit moment circa 120 medewerkers die op verschillende niveaus werken aan een diploma of hun kennis bijspijkeren. Zo zorgt de Academy, die is ondergebracht in verschillende gebouwen op het eigen terrein in Zwanenburg, voor voldoende instroom én voldoende kwaliteit.

Uiteindelijk wil je dat iedereen productief is en het leuk vindt.

Medewerkers krijgen in de Academy theorie- en praktijkonderricht op het gebied van service en onderhoud. Er is een driekamerhuis nagebouwd met diverse installatiescenario’s en alle soorten ketels om de lessen zo goed mogelijk aan te laten sluiten op het werk buiten. Renzo: ,,Uiteindelijk wil je dat iedereen productief is en het leuk vindt. Zo behouden we ook ons personeel. Daar doen we ons best voor.”

ZWERMEN
Zo werden er ook ‘zwermen’ in het leven geroepen, Herman: ,,In het verleden stuurden we monteurs voor preventief onderhoud alle kanten op. Met een kwart miljoen woningen hebben we een enorm groot werkgebied. Dan is het toch veel efficiënter om al die groepjes samen te voegen tot een grote zwerm dat als een sprinkhanenvolkje ergens landt? Met elkaar één wijk in om de installaties van alle woningen in één keer onderhoud te geven. En je gaat pas naar buiten als je denkt dat je alles hebt gedaan om te voorkomen dat er vóór de volgende onderhoudsbeurt een storing optreedt. Het idee erachter is dat het aantal storingen bij goed onderhoud afneemt. Van reactief naar proactief. We werden voor gek verklaard, want we zouden de kosten nooit terugverdienen.”

De praktijk bleek juist anders. Tegenwoordig zwermen er drie groepen van gemiddeld 25 man/vrouw uit. Compleet met een vrachtwagen met onderdelen, een keet met toilet en een plek voor koffie en lunch. Alles bij elkaar goed voor elke dag onderhoud aan zo’n driehonderd installaties. Renzo: ,,We zien jaar op jaar de storingsgraad dalen. En de manier van werken is een mooi verlengstuk geworden van onze Academy. Als ze het even niet weten, vinden ze binnen vijf minuten twintig collega’s die kunnen helpen.”

Beiden spelen regelmatig met hun klanten op The Dutch, waarbij het motto altijd is dat meedoen belangrijker is dan winnen.

GEEN BLABLA
Het succes meten ze af aan de cijfers, alsook aan de tevredenheid onder het personeel. Herman: ,,Als mijn golfspel zich net zo ontwikkeld had in de afgelopen twintig jaar, had ik nu buiten gelopen, haha…” Renzo – HCP 18 – heeft volgens zijn vader een beduidend betere swing. ,,Waarschijnlijk omdat hij als kind al mee naar de golfbaan ging. Tegenwoordig kan ik erachteraan lopen.” Beiden spelen regelmatig met hun klanten op The Dutch, waarbij het motto altijd is dat meedoen belangrijker is dan winnen. ,,Ik houd er bijvoorbeeld niet van als iemand continu met zijn spelregelboekje loopt te wapperen. Geschorst, zeggen we dan,” vertelt Herman met een lach.

Zijn eerste golflidmaatschap was op de Heemskerkse, gelest werd er vooral op Spaarnwoude. Daar leren nu ook de twee kleinkinderen van negen en elf het spel van de pro die lang geleden Herman onder zijn hoede had. Net voor hij zijn handtekening zette onder de overname van Bonarius liep hij pro David Burnside tegen het lijf.

Samen met David en Made in Scotland werden in de jaren erna meerdere golfevenementen voor relaties georganiseerd. Met de opening van The Dutch in het vooruitzicht besloot Herman daarom een Founding Member te worden. Nu is het Renzo die eigenaar is van een certificaat, evenals de commercieel directeur van Bonarius. Af en toe speelt Herman op De Lage Vuursche waarvan hij al lang lid is, maar de meeste golftijd is hij te vinden op The Dutch. ,,Qua mentaliteit past dat het best bij mij, als Amsterdammer die in een bescheiden wiegje lag en wars is van blabla. Ik ben van het type ‘doe maar normaal’, de meeste van onze klanten gelukkig ook.”