Lood uit een scheepswrak

Lood uit een scheepswrak

Hij is zo klein dat hij vaak onopgemerkt blijft maar in dat houten kastje in de gang van het clubhuis liggen twee heel bijzondere vondsten. Mét een mooi verhaal, zeker in combinatie met de drie schilderijen die ernaast hangen.

Ze zijn van lood, stammen uit de 17de eeuw en werden nog niet zo lang geleden opgeduikeld vanaf de zeebodem. In de wateren van Het Kanaal hadden de loden clubhoofden al die jaren in een scheepswrak gelegen. Aan de hand van andere voorwerpen aan boord kon het jaartal van 1685 worden herleid.

Een opmerkelijk stel dat Founder David Burnside via de veiling bij Sotheby’s wist toe te voegen aan de collectie kunst en interieur van het clubhuis van The Dutch. ,,Een van de clubhoofden is heel bijzonder omdat er een tekening van een roos in is gestempeld,” zegt hij. De bijbehorende shafts, die waarschijnlijk van hazelaarhout waren gemaakt, hebben het avontuur in het water natuurlijk niet overleefd. De combinatie die David maakte met de drie afbeeldingen van ‘kolvende’ kinderen is geen toevallige. Statige portretten van kroost van de gegoede burgerij die met een club in de hand werden vereeuwigd. ,,Ik had via Robin Bargmann, auteur van het pas verschenen boek ‘De Nederlandse Golf Geschiedenis – In Woord en Beeld’ foto’s van de schilderijen gekregen. Ik heb ze in China laten naschilderen,” zegt David. Opvallend detail is dat het clubhoofd van lood is en bijna identiek aan het opgedoken duo in het houten kastje aan de wand.

Lood uit een scheepswrak

In de rijke Gouden Eeuw was colf –‘Met een c!’ – uitgegroeid tot nieuwe signature game van de nieuwe rijke burgerij. Als er ijs op de grachten lag, kwamen de ‘lood’zware clubs tevoorschijn om met zijn allen een balletje te slaan. David: ,,Ik vind het leuk om aan de Members te laten zien dat het spel hier vroeger op ijs werd gespeeld.” De meest linkse kleuter, in zijn chique blauwe outfit met wuft verenhoedje, werd afgebeeld door de schilder Bartholomeus van der Helst (1613-1670) die ongeveer tegelijkertijd met Rembrandt in Amsterdam in de verf aan het roeren was en eveneens roem geniet vanwege zijn schuttersstukken. Hij schilderde de jongen tegen een achtergrond van een blauwe lucht met in de verte een paar schepen, ongetwijfeld van de VOC, die huiswaarts keerden met afgeladen ruimen of juist op weg waren naar de Oriënt voor nieuwe ladingen.

Op een ander doek staat een peuter die gezien zijn postuur nog maar net het lopen machtig is maar desondanks mooi met een stok in de handen poseert alsof hij niks anders doet dan dagelijks een swing maken. Het verhaal wil dat het gaat om het zoontje van een edelman, namelijk Charles de Héraugière die tijdens de Tachtigjarige Oorlog Breda veroverde en als dank een gouden medaille kreeg voor zijn daad. Op het schilderij, gedateerd 1595, hangt het om de nek van zijn kind. Het origineel van het derde doek staat op naam van Paulus Moreelse. Ook dit kind heeft net als nummer twee een balletje in zijn hand en een stok in de andere.

,,De twee clubhoofden in de gang zijn een heel bijzondere aanschaf geweest en een mooie aanvulling op deze drie werken. Wat ik echter nog niet ben tegengekomen, is een complete club uit die tijd. Ik heb geen idee of die er nog zijn maar wie weet…”