‘Het ware verhaal achter Loch Lomond’

Een Schotse traditional die de schoonheid van het grootste meer in Schot land bezingt? Dat lijkt het op eerste gehoor, maar hoe anders is het als je de ballade nauwkeurig beluistert . Diep gevoelde emoties ont laden zich in een hymne, die de droefenis van de Schot ten uitdrukt over het verloren gaan van hun strijd om de vrijheid, die bekend staat als de Slag bij Culloden, die plaat s vond op 26 april 1746. Duizenden Highlanders lieten het leven.

Ze vielen niet alleen op het slagveld, maar ook in de kerkers van het Carlisle Castle. Daar brachten de Engelse overwinnaars gevangen genomen Highlanders willekeurig door ophanging ter dood, terwijl ze andere gevangenen vrijlieten om naar huis terug te keren. Zo konden die hun clans verhalen over de gruwelen die de Engelsen begingen, waardoor de Schot ten de lust om in opstand te komen voor eens en voor altijd ontnomen zou worden. In de hymne bezingt Donald McDonalds zijn droevig lot. Hij is uitgekozen om opgehangen te worden, terwijl zijn broer vrijgelaten zal worden. Maar toch, ook hij zal terugkeren naar Schotland, niet over de high road, de weg door de bergen, maar over de low road, de snellere weg in de onderwereld, die zijn geest zal nemen, waardoor hij eerder thuis, aan de oevers van Loch Lomond, zal zijn. Zijn geliefde Moira zal hij nooit meer terugzien, maar zijn geest zal blijven zweven over de wateren van Loch Lomond.

Hij arrangeerde de muziek voor 4 mannenstemmen en voegde daaraan een bariton solo toe.

Het was Ralph Vaughan Williams, die in 1921 op zijn zwerftochten langs herbergen en logementen deze Scottish Air (muziekstuk voor doedelzak) hoorde en registreerde. Hij arrangeerde de muziek voor 4 mannenstemmen en voegde daaraan een bariton solo toe. De hymne wordt in Schotland traditioneel als finale gezongen op muziekavonden en -festivals. Hoe diep Loch Lomond de harten van de Schotten raakt, getuigt de vele versies die in omloop zijn. Op Youtube is een filmpje te zien van John McDermott, een Canadees-Schotse tenor, dat meer dan een half miljoen keer bekeken is. Hetzelfde geldt voor The Corries, een beroemde Schotse folk band. Runrig, een Schotse folk rockband van het eiland Skye, doet daar op een gigantisch openluchtconcert niet voor onder: 390.000 hits!

Waar komt die enorme voorliefde voor de traditionals nu vandaan? Een eenduidig antwoord is moeilijk te vinden, de liederen behoren nu eenmaal tot het eeuwenoude cultuurgoed van de Britten en niet te vergeten de Ieren. Eind 19e eeuw begin 20e eeuw is door een groep schrijvers en componisten hieraan sterk bijgedragen door terug te grijpen op de eeuwenoude liederen en verhalen, die al opgetekend waren, o.a. in het liedboek Wit and Drollery uit 1661. Ralph Vaughan Williams, Arthur Seymour Sullivan, Edward William Elgar, maar ook ene J.R.R. Tolkin, behoorden tot die groep. Maar de bewogen geschiedenis van de Britse eilanden is de enige echte basis voor de unieke muziekcultuur, die door alle lagen van de bevolking heen wordt gedragen. Tijd om die geschiedenis, zij het beknopt, weer te geven.

De Slag bij Culloden (16 april 1746) was de laatste slag tussen de Jacobieten en het Huis Hannover en was tevens de laatste veldslag die op het eiland Groot Brittannië werd uitgevochten. De slag vond plaats bij de dorpengemeenschap Culloden, nabij de Noord- Schotse stad Inverness. De Jacobieten waren de aanhangers van Jacobus II, de afgezette koning van Engeland, zoon van de Schotse koning. Hij werd verdreven door zijn protestantse dochter Mary Stuart, die trouwde met prins Willem III van Oranje-Nassau, die later gekroond werd tot King Billie van Engeland, maar niet van Schotland. De kleinzoon van Jacobus II, prins Charles (1720-1788),beraamde vanuit Frankrijk een oorlog tegen de Engelse kroon, die op dat moment in handen was van George II uit het huis van Hannover, waartoe ook de huidige koningin Elisabeth II toebehoord. Prins Charles rekende daarbij op de steun van de Jacobieten. Op 16 juli 1745 vertrok hij naar Schotland, waar hij op het eiland Eriskay, één der Outer Hibriden, aan land kwam. Eriskay staat bekend om zijn woeste kusten en ruige landschap. Het wordt bezongen in vele traditionals, waarvan An Eriskay Love Lilt de bekendste is.

Rennend overbrugden ze de afstand tussen beide fronten en hakten in op de Engelsen.

Prince Charles wist aanvankelijk zijn aanhang onder de clans aanzienlijk uit te breiden. Liefkozend werd hij Bonnie Prince Charlie genoemd. Beroemde clans zoals de McDonalds, McIntosh, Glengarry, McLachlan, McLean en Glenbucket sloten zich bij hem aan. Bij Prestonpans versloeg hij de Engelsen, veroverde Edinburgh en toog vervolgens naar het zuiden. Verder dan Derby kwam hij niet, de clans hadden er genoeg van en keerden huiswaarts. Bonnie Prince Charlie was gedwongen te overwinteren in Inverness. De Engelsen formeerde een leger onder leiding van de Duke of Cumberland, zoon van George II, bijgenaamd the Butcher. In de buurt vanCulloden, even ten oosten van Inverness, kwam het tot een treffen tussen beide legers. De uitgangspositie van het leger van Bonnie Prince Charlie was slecht gekozen: het zat ingeklemd tussen de muren van Culloden en een moeras.

Het Engelse leger was uitgerust met een betere artillerie. De Highlanders zetten onder de angstaanjagende doedelzaktonen van de pipers een woeste aanval in. Rennend overbrugden ze de afstand tussen beide fronten en hakten in op de Engelsen. Hoewel ze erin slaagden door de eerste linies heen te breken werden ze door de tweede lijn met musketvuur massaal neergemaaid. De Engelsen sloegen het Schotse leger uiteen, dat onder leiding van George Murray de vlucht nam. Bonnie Prince Charlie, die zoals gebruikelijk in die tijd, op enige afstand de slag volgde, ontkwam ter nauwer nood. Er volgde een bloedbad: gewonde Schotse soldaten, vluchtelingen en zelfs bewoners van Culloden werden afgemaakt. In het Carlisle Castle werden Schotse soldaten opgehangen.

Lange tijd verborg hij zich in grotten en hoewel er £30,000 op zijn hoofd stond, werd hij niet verraden.

Bonnie Prince Charlie vluchtte naar Benbecula en vervolgens naar Stornoway, waar hij niet welkomwas. Een zwerftocht langs de eilanden ten westen van Schotland begon. Hij vertrok naar South Uist en daar ontmoette hij Flora McDonald. In een open boot bracht zij hem vermond als haar Ierse meid Betty Burke naar het eiland Skye. Deze gebeurtenis wordt bezongen in de traditional The Skye Boat Song (1884). Lange tijd verborg hij zich in grotten en hoewel er £30,000, een enorm fortuin in die tijd, op zijn hoofd stond, werd hij niet verraden. Van daaruit vertrok hij naar Mallaig en uiteindelijk werd hij in september aan boord van het Franse fregat l’Heureux overgebracht naar Frankrijk, alwaar hij de rest van zijn leven in dronkenschap en veelwijverij doorbracht.

Het was gedaan met de zelfstandigheid van de clans. De Engelsen vaardigden strenge wetten uit om opstanden in de toekomst te voorkomen. De doedelzak werd als wapen gezien en dus verboden, evenals de Schotse rok, waaronder een wapen verborgen kon zijn. De vernedering werd compleet toen de clans hun zelfbestuur werd ontnomen. Wat bleef zijn de liederen, die de weemoed, de strijd en het lijden van de Schotten vertolken en die doorklinken tot in de huidige tijd en die immer blijven voortleven in de harten van de Highlanders.