Tijdens de Challenge Tour kon The Dutch zijn reputatie van best onderhouden baan van Nederland weer waarmaken. ,,Deze baan verdient het om grote toernooien te ontvangen,” zegt Superintendent Paul O’Donoghue.

De complimenten van zowel het team van de European Tour als de spelers kon Superintendent Paul O’Donoghue na afloop van het vierdaagse toernooi in zijn zak steken. Aan superlatieven immers geen gebrek. ,,De mooiste en beste baan van de Tour, kregen we van een aantal van hen te horen. Daar zijn we natuurlijk super trots op, want het is de kroon op ons werk.” Waar het gehele jaar door dagelijks de puntjes op de i gaan om de reputatie van best onderhouden baan van Nederland hoog te houden, daar ging eind augustus nog een schepje bovenop. Met als resultaat dat fairways en greens er tiptop bij lagen. Misschien wel een beetje te, want twee dagen voor aanvang van het toernooi bleken de greens volgens de Tourdirectie iets te snel.

Paul: ,,Op maandag zijn we begonnen met het programma voor de greens. Eén keer maaien, één keer rollen. Heel simpel. Met 11.3 waren de greens dinsdagochtend vroeg mooi op stimp. Een paar uur later kreeg ik een telefoontje van de Tour dat de stimp op 12 lag, wat te snel was. Blijkbaar was de wind in de tussenliggende tijd harder gaan waaien wat de greens doet uitdrogen en de snelheid verhoogt. Of we de stimp konden terugbrengen? We zijn erin geslaagd om deze alle dagen tussen de 11.4 en 11.8 te houden, wat uitstekend is. De spelers waren in elk geval super enthousiast over de kwaliteit van de greens op The Dutch.”

Stortbui

De omstandigheden waren met slechts af en toe een buitje prima, zegt Paul, die sinds drie jaar hoofdverantwoordelijke is voor de greenkeeping op The Dutch. ,,En ook de enkele stortbui op vrijdagmiddag gooide de boel niet in het water. Binnen een paar minuten waren alle plassen verdwenen.” Een mooie pluim voor het team, zeventien man sterk, dat voor dag en dauw stond te trappelen om de baan gereed te maken voor de Challenge Tour.

Meer toernooien

De speciale dubbel bloeiende gorse die Paul in zijn thuisland Ierland heeft laten opkweken, overwintert eerst nog in de kas. ,,De planten hebben even rust nodig om goed te kunnen aanslaan. Water en wat warmte en geen wind. Hopelijk staan ze er dan na de winter goed bij en kunnen ze de baan in, want ik zie het liefst nog veel meer gorse op The Dutch.” Hij hoopt ook op meer mooie toernooien in Spijk de komende jaren.
,,Als team en met heel The Dutch hebben we een succes weten te maken van de B-NL Challenge Trophy. De baan verdient het dat er toernooien worden gespeeld. En we zien dat de European Tour het prettig vindt om hier te zijn. We regelen veel dingen snel en makkelijk. Een toernooi op Tourniveau vraagt veel inzet, maar geeft me ook adrenaline omdat je soms ad hoc beslissingen moet nemen. Op papier kan alles kloppen, maar je kunt altijd ingehaald worden door moeder natuur. Een vos die nog even door de bunker gaat als alles startklaar is?

,,Het gebeurt gewoon, maar geeft ook weer een kick.”

,,Met het KLM Open waren we met z’n vijftigen omdat werk te klaren, maar het ging prima. In de ochtend hadden we wel wat extra handjes van medewerkers van Bernardus. Zo helpen we elkaar over en weer, want tijdens het Dutch Open afgelopen september stonden wij weer klaar om hen te assisteren.” De complimenten over de baan mogen nog altijd naklinken, werk aan de winkel is er altijd, benadrukt Paul: ,,Het kan altijd nóg beter.” Zo is het onkruid op het terrein grenzend aan de baan hem een doorn in het oog.” Daar is bijna geen kruid tegen gewassen, maar het zou mooi zijn als het minder werd.” De komende tijd ligt de focus op het normale onderhoud.
Dat betekent onder meer werkzaamheden aan de drainage, de fairways beluchten en bezanden en hier en daar het gras herstellen op kwetsbare plekken als het eind van de looppaden en bij de bruggen. Ook wordt ruimte gemaakt om in het voorjaar meer gorse te kunnen planten.