Geschiedenis van de golfbal…

Ieder heeft zijn eigen favoriete golfbal tegenwoordig, maar vroeger… Toen was de keuze in elk geval verre van reuze. Er was in het begin hout, daarna leer gevuld met veren, toen rubber om te eindigen bij de synthetische materialen van nu. Onthoud vast: binnenkort – 2028 – gaat de bal een klein beetje op de schop…

De golfbal die iedereen gebruikt, heet de moderne. Hij kwam rond 1990 op de markt en – hoppa – deed er twintig, dertig meter bovenop. Bovendien was er minder spin en bleek de wind ineens minder invloed te hebben op de balvlucht. Driehonderd meter? Makkie voor de professionals. Uiterlijk is het gros van de ballen natuurlijk eenheidsworst. De hoofdmoot is wit en ze hebben een landschap van dimples ofwel putjes die zorgen voor loft en stabiliteit. De meeste ballen tellen er zo’n 250 tot 500. Maar dan het binnenwerk, dat is waar het vernuft zit. Afhankelijk van het aantal lagen waaruit deze is opgebouwd. Eendelig zijn de simpelste, vijfdelig de meest ingenieuze. Hoe groot kan het verschil zijn met de allereerste ballen uit de golfgeschiedenis?

Feathery

Het spel zelf dateert van zo’n vijf eeuwen geleden. James IV, King of Schotland (1488-1513) introduceerde het spel aan het hof: met een stok en een bal naar een paaltje of een gat in de grond slaan. Rond die tijd deed de zogeheten ‘feathery’ zijn intrede. Onder een huidje van leer zat een flinke bundel ganzenveren, al waren er ook minder dure vullingen als paardenhaar. In die tijd was het maken van golfballen nog het pure handwerk, dus het kostte een paar florijnen als je ze kwijtraakte.

Rubbersoort

Daarna duurde het – letterlijk – eeuwen voor er een beetje vooruitgang werd geboekt in de ontwikkeling van de bal. Halverwege de 19de eeuw konden golfers aan de slag met de waterbestendige ‘guttie’ die zijn naam te danken had aan een rubbersoort, guttapercha geheten. Dit wordt gehaald uit het sap van de bomen waarvan van alles en nog wat wordt gemaakt. Groot voordeel was dat het een goedkoper materiaal was en toch dezelfde prestaties leverde. Desondanks bleef de ‘guttie’ niet heel lang dienstdoen.

Haskell

Zijn opvolger, de ‘rubber core’, kon op grote schaal worden geproduceerd. Dus kassa, voor de makers van golfballen. Die uitvinding kan op het conto worden geschreven van twee bevriende Amerikanen, Cobrun Haskell en Bertram G. Work, eigenaar van een banden- en rubberfabriek. De eerste verzon een samengeperste bal, gemaakt van rubberen strips. Zijn vriend maakte er een guttapercha hoes omheen. Een jaar na de introductie behaalde Sandy Herd met de Haskell-balde overwinning op het Open Kampioenschap op Royal Liverpool. Dat je verder kon slaan met dit type bal maakte wel dat wedstrijdgolfbanen verlengd moesten worden.

Nieuwste generatie

De Haskell hield het lang uit, bijna een eeuw. Toen werd hij van de golfcourses verdreven door de opkomst van de nieuwste generatie die voor extra meterwinst konden zorgen. En de moderne golfbal is ook nog eens geen dertien in een dozijn want beschikbaar in diverse varianten. Het is maar wat je prettig vindt spelen en hoeveel je ervoor over hebt. De meest complexe bestaan uit vijf lagen van kern tot cover maar waar het uiteindelijk allemaal om draait, is dat je speelt met een bal die past bij jouw spel. En hoe zit het nu met 2028? Omdat banen maar niet opgerekt kunnen blijven worden, hebben R&A en de Amerikaanse Golederatie USGA besloten dat er over enkele jaren gespeeld gaat worden met ballen die zo’n vijf procent minder ver vliegen. Vanaf 2028 geldt deze ‘rollback’ van de golfbal voor de Tour-professionals en vanaf 2030 ook voor amateurs.