Baanverhalen: beste golfer aller tijden

Op 29 juni opende The Dutch haar deuren voor de beste golfer aller tijden. Niemand minder dan Jack Nicklaus bezocht onze baan, waarbij hij aan genodigden een wervelende clinic gaf. Portret van een gedreven golfer en zakenman, die het spel een andere dimensie gaf.

“Hij is nog kleiner dan ik dacht,” merkte Tim Giles op, toen Jack Nicklaus (januari 1940) uitstapte bij de ingang van ons clubhuis. De kleine, 72-jarige superster liep inderdaad met zijn hoofd iets gebogen tussen de schouders in en maakte aanvankelijk een vermoeide indruk. Maar dat werd totaal anders toen hij een golfclub ter hand nam en op indrukwekkende wijze zijn nog altijd onwaarschijnlijke slagen liet zien aan de genodigden van de Corporate Member RBS. Later complimenteerde hij Niall Richardson met de conditie van The Dutch en vertelde de beste golfer aller tijden met groot enthousiasme over het hedendaagse golf en zijn eigen ervaringen.

De eerste op dat gebied was de golfclub die zijn vader, die behalve apotheker ook een absolute sportgek was, hem aanreikte toen hij tien jaar oud was. Een paar maanden later scoorde hij een 51 tijdens zijn eerste negen holes. Op 12-jarige leeftijd speelde hij al 80 of minder en weer een jaar later bezat de jonge Nicklaus handicap 3 en speelde hij regelmatig een 70. En hij was 19 jaar toen hij zijn eerste US Open bij de amateurs won. In dat jaar speelde hij ook voor het eerst in Schotland tijdens de Walker Cup. “Schotland werd toen mijn favoriete golfland en is dat altijd gebleven. Niet alleen vanwege de geweldige golfbanen, maar vooral vanwege de Schotten zelf,” zei hij later.

Op twintigjarige leeftijd trad Nicklaus in het huwelijksbootje met Barbara, die al snel in verwachting raakte. Nicklaus twijfelde of hij onder deze omstandigheden zijn baan als verzekeringsagent zou inruilen voor een bestaan als golfprofessional. Een tweede amateurtitel en een gesprek met de Godfather of Sportmanagement Mark McCormack trokken hem over de streep. Maar pas toen hij zijn puttingtechniek drastisch had aangepast onder leiding van zijn leraar en tweede vader Jack Grout, boekte de jonge Nicklaus succes op de professionele tour en eindigde hij in 1962 als derde op de money list. Dat was vooral te danken aan zijn eerste toernooiwinst na een play-off tegen zijn grote rivaal en latere vriend Arnold Palmer tijdens de US Open, de eerste van zijn liefst achttien majors.

Palmer was toen erg populair en Nicklaus erkende later dat hij zich pas mocht verheugen op de publieke belangstelling nadat hij had geleerd zijn emoties te tonen. Hij schrok zich ook rot toen hij een video-opname van zichzelf zag, waarbij hij een puttlijn bestudeerde met een sigaret hangend uit zijn mondhoek. Prompt belde hij McCormack op met de mededeling dat hij diens deal met een sigarettenfabrikant moest opzeggen. Er kwam een deal met een kledinglijn voor in de plaats en met behulp van een Australische journalist werden het logo en de naam een begrip: Golden Bear.

Dat sponsorschap was een groot succes, net als een fenomeen uit de jaren zestig: televisiewedstrijden, waarbij de sterkste golfers van de wereld om veel geld een potje golfden en miljoenen kijkers trokken. Dit concept werd bedacht door McCormack, die aanvankelijk zijn imperium IMG bouwde op inkomsten uit de golfwereld. Zijn tv-wedstrijden met Arnold Palmer en later Nicklaus waren de basis van de grote populariteit waar golf zich tegenwoordig op mag verheugen.

Topgolfer en zakenman

Tijdens een longdrivecompetitie in 1963 won Nicklaus met een afstand van 312 meter en dat is nog steeds zijn langst gemeten afstand. Zeker in zijn beginjaren was zijn afstand zijn sterkste wapen. Putten was een wisselend succes. “Ik heb een enorme hekel aan oefenen met putten. Omdat het zo saai is,” verklaarde hij eens.

Maar zijn inkomsten waren voldoende om, met Palmer als voorbeeld, in 1964 zijn eigen vliegtuig aan te schaffen om samen met zijn gezin – tegenwoordig bestaande uit vier zoons, een dochter en 22 kleinkinderen – comfortabel te reizen binnen Amerika. In dat jaar eindigde hij als tweede bij zowel The Masters, het Britse Open als het PGA-kampioenschap. “Nicklaus, dit is niet goed genoeg. Je bent pas drie jaar prof en nu ga je al achteruit in resultaten,” zei hij tegen zichzelf. Het bleef geen loze kreet. Nicklaus beschouwt de Masters van 1965, met een laatste ronde van 64 en het evenaren van het record van Lloyd Mangrum, als zijn mooiste majoroverwinning.

Hij was inmiddels een ervaren prof, die een grote kennis van het spel en de lichamelijke aspecten – hij kreeg later problemen met een stijve heup – bezat. Hij kwam tot de conclusie dat een winnaar op de golfbaan vier eigenschappen moet bezitten: kunnen nadenken onder druk, geduld, egocentrisme en bereidheid tot keihard werken. Nicklaus bewees over deze eigenschappen te beschikken.

In 1966 won hij op 26-jarige leeftijd het Britse Open, waarmee hij alle vier majors op zijn naam had geschreven. Hij was pas de vierde golfer in de historie die deze Grand Slam veroverde, na Gene Sarazen, Ben Hogan en Gary Player. Intussen had hij ook een andere interesse gekregen: het ontwerpen van golfbanen. Een vriend riep zijn hulp in bij het ontwerpen van de baan in Columbus en daar zou het niet bij blijven. Inmiddels heeft zijn bedrijf Nicklaus Design bijna 350 banen ontworpen in 34 landen, waarvan een aantal wereldwijd altijd in de top 50 van mooiste banen ter wereld staan.

Volgens Nicklaus moet een goede baan aan de volgende eisen voldoen: een par 5 die nauwelijks te bereiken is met twee schoten, een par 5 die met twee perfecte ballen te halen is, een korte en een langere par 3 die in wederzijdse richting liggen zodat de wind altijd een factor is. De par 4-holes moeten variëren in lengte en hindernissen, waarbij veel verschillende clubs nodig zijn. Water moet aanwezig zijn bij ten minste één van alle holes. Geen van zijn banen is makkelijk te noemen. “Het moet altijd en bij elke hole een uitdaging blijven.”

“Golf is de enige sport waarin je de beste bent als je 20 procent wint”

Onverslaanbaar

Na winst op de US Open in 1967 bleef Nicklaus drie jaar droog waar het de majors betrof. “Rijkeluiszoontje, te dik en te snel rijk geworden” waren maar een paar termen die de pers als redenen bedacht. Hij gaf zelf toe dat er iets mis was met zijn mentale instelling.

In 1979 nam hij afscheid van McCormack en, met de hulp van anderen, behartigde hij vanaf dat moment zijn eigen zaken. Zijn groeiende populariteit – hij volgde een streng dieet, liet zijn haar groeien en leerde, ondanks zijn verlegenheid, spreken in het openbaar – kwam goed uit bij de opbouw van een inmiddels imposant zakenimperium. Om daarnaast doodleuk door te gaan met de ene toernooizege na de andere. “Hoe langer ik golfde, des te conservatiever mijn strategie werd,” verklaarde hij later.

Accuratesse, weinig risico en lange afslagen waren voldoende. In 1972 en ’73 was Jack Nicklaus praktisch onverslaanbaar. In de jaren die volgden, kreeg hij felle concurrentie van onder meer Tom Watson en Severiano Ballesteros. Maar langzaam begonnen de jaren te tellen: de slagen kwamen minder ver, de concentratie was soms afwezig. Vlammen deed hij bij de vlaggen nog wel. Zoals tijdens zijn laatste Ryder Cup in 1984, toen hij al zijn vier partijen wist te winnen. Tijdens de Skins Games, toen hij zijn grootste cheque van 240.000 dollar incasseerde, en tijdens zijn laatste Masters-zege in 1986, toen hij op de laatste negen holes een bogey, twee pars, zes birdies en een eagle scoorde.

Na die zege ging hij zich meer en meer toeleggen op andere dingen die belangrijk voor hem waren: zijn gezin, zijn zaken en zijn werk voor goede doelen als goodwill-ambassadeur. En passant won hij ook nog even een Grand Slam op de senior tour. Talloos zijn de awards: “Meest Inspirerende Persoon in Golf,” “Baanontwerper van het Jaar,” “Golfer van de Eeuw” zijn er slechts enkele. Uit handen van president Bush kreeg hij de hoogste Amerikaanse onderscheiding: The Presidential Medal of Freedom.

Hij speelde in totaal zesmaal in de Ryder Cup en was tweemaal captain. Ook Tiger Woods heeft hem zijn algemene erkenning als de beste golfer aller tijden niet afgenomen. In totaal won Nicklaus 73 PGA Tour-toernooien. Een maand na de dood door verdrinking van zijn kleinzoon Jake speelde Jack Nicklaus zijn laatste Masters in 2005. Hij beëindigde zijn carrière tijdens The Open op St. Andrews in hetzelfde jaar. Het was een grote eer om deze geweldenaar bij zijn eerste en enige bezoek aan ons land op The Dutch te mogen ontvangen.